Dag 24 zondag 29 juli 2012

Dag 24   zondag 29 juli  2012                      San Diego Ca

Vandaag gaan we een wandeling maken langs de haven en vertrekken met de auto naar het Covention Center. Wim, Laura en ik gaan het enorme baseballstadion bezichtigen en Jean mag in de auto blijven zitten omdat we verkeerd geparkeerd staan.  Van op de parking, die we snel gevonden hebben,  is het maar een 5-tal minuten tot aan de trappen van het Center.  Vanaf het dak hebben we een prachtig zicht op de militaire- en de jachthaven. In de verte zien we de  Coronado bridge die San Diego met Coronado, een schiereiland ten westen van San Diego, verbindt. Wat meteen opvalt aan de brug is dat deze een 90° gebogen bocht maakt, waardoor de brug langer wordt dan eigenlijk nodig is. Er is voor deze vorm gekozen om in het midden een doorvaar hoogte van 61 meter te bereiken zonder dat de weg te sterk stijgt, hoe langer de brug zou zijn hoe minder de stijgingshoek is.De hoogte van de brug is nodig om een onbeladen vliegdekschip doorgang te verschaffen. Op Coronado eiland is een marinebasis gevestigd, Naval Station San Diego. Je kunt vanuit de haven van San Diego de vliegdekschepen zien liggen. De brug is blauw geverfd om een geheel te vormen met de overheersende blauwe lucht en het water van de baai..

Naar boven op het Convention Center ging het vlug, want daar hebben we een lift maar de afdaling naar de promenade moet wel via de trappen gebeuren. Bij het begin van Seaport Village protesteren de magen van de jeugd en terwijl zij iets gaan eten, maken Jean en ik een wandeling doorheen de kleine straatjes. In elke van de houten huisjes is een souvenirwinkeltje, snackbar of eetgelegenheid gevestigd. Wij eten iets uit het vuistje. Hoe het heet, herinner ik mij niet meer, maar het is wel lekker. Langs de haven zien we hier een Mexicaan bezig, een echte kunstenaar, want hoe hij erin lukt om stenen op elkaar te stapelen is verbluffend. Ik koop eindelijk een geschenkje voor Elke en Evi: een zeepsteen die heerlijk ruikt maar stukken van mensen kost! Als we Laura en Wim gaan oppikken, komen we op een pleintje met een kiosk. Een groepje oudere muzikanten vergast de omstaanders op prachtige muziek uit de jaren 60. Op een zondagmiddag is onze generatie hier aan ’t dansen in openlucht… Kan het leven nu nog mooier zijn?

Rond 14u zijn we terug aan de parking. We kunnen de GPS niet meer opstarten, want hij vraagt altijd de code en die blijkt niet te kloppen. Dus naar het vliegveld en daar wordt hij aan de babbel gebracht. De code die wij hebben is die van de eerste dag, maar ze verandert elke dag!!

Ondertussen is het te laat om voor Laura naar het strand te gaan en dus rijden we langs de Midway, een uitdienst genomen vliegdekschip. We zijn te laat om het te bezichtigen,  maar besluiten om het morgenvroeg te komen bekijken en dus iets later te vertrekken naar LA. We mogen van een vriendelijke parkingjongen de parking gratis op om wat foto’s van op de kaai te nemen

We trekken daarna toch  naar het stand van Mission Beach waar we een wandeling maken door een pretpark en zo naar de dijk. Het is hier een drukte vanjewelste. Ik raak mijn bruine blouse kwijt zonder dat ik het besef, maar als we op onze passen terugkeren, hangt ze aan een hek. Gelukkig! Hier ligt een grote club op de dijk en de DJ maakt muziek dat ze het waarschijnlijk tot in Bierbeek kunnen horen. De politie is hier druk in de weer met al die jeugd!

Hier vinden we niets om te eten en dus zakken we terug af naar Seaport Village en eten daar in Edge Water Grill: Jean en Wim een steak, Laura pasta en ik paddenstoelen  gevuld met kaas, maar Jean en Wim moeten helpen. Van de parkinggarage tot de Hostel is maar een korte wandeling, maar wat opvalt is de rust en kalmte in de straten en bars, morgen is het voor de Amerikanen werkendag. Voor ons is het morgen ook vroeg dag dus trekken we naar onze bedjes.

Dag 23 zaterdag 28 juli 2012

Dag 23  zaterdag 28 juli 2012                   San Diego Ca

We hebben de wekker op 7u30 gezet want we willen rond 9 uur in Seaworld geraken. Als we vroeg genoeg vertrekken, zijn de files op de baan en aan de kassa’s veel kleiner. Ons plan is goed gelukt, want om 10 uur zijn we binnen.

Wat eigenlijk begon als een idee in 1964 om een onderwaterrestaurant te openen, groeide al snel uit tot een heuse waterzoo/pretpark. Het park in San Diego was het eerste van vier, nu bestaan er nog drie parken over de US. Naast San Diego is er nog een park in Orlando, Florida en het grootste in San Antonio, Texas.

Het park in San Diego is gelegen aan SeaWorld Drive in Mission Bay nabij Old Town. Het  is 76 hectare groot en  herbergt miljoenen vissen en zeezoogdieren, vogels en verschillende tentoonstellingen en attracties. Er lopen ook enkele projecten en onderzoeken in de marine biologie. Het park is onder beheer van Busch Entertainment Corporation wat eigenlijk een deel is van Anheuser-Bush InBev….dus ja, sinds enkele jaren eigenlijk een Belgisch park.

Bij de kassa kopen we aan een automaat combinatietickets voor Sea World en Universal Studio’s.: 2 Park Flex Ticket.

Omdat we overmorgen naar Universal Studio’s in Los Angeles willen gaan, hebben we dat maar gedaan. Met gesloten ogen heb ik het bonnetje van de credit card getekend, wat zal ik later schrikken bij de afschrijvingen. Op je kaartje staat een barcode en ze voeren per kaartje je naam in. Bij de ingang scannen ze dat kaartje en ze nemen een scan van je rechterwijsvinger. Ja, ik was ook verbaasd maar na enig denkwerk kwam ik op het idee dat dit vanwege fraude moet zijn. Kijk, met zo’n kaartje kun je twee weken lang onbeperkt Sea World en Universal Studio’s ingaan. Die kaartjes zijn prijzig. Dus zou het heel makkelijk zijn om na je bezoek dat kaartje door te verkopen of weg te geven aan vrienden. Nu heb je je kaartje uniek gemaakt: jouw naam gekoppeld aan jouw vingerafdruk en dat weer gekoppeld aan je kaartje. Dat je meteen geregistreerd staat is misschien minder, maar het is dat of niet naar binnen.
Bij binnenkomst wordt trouwens ook een tassencontrole gehouden, of je geen scherpe dingen of wapens meeneemt. Bovendien mag je zelf geen eten of drinken meenemen. Nu had ik in mijn handtas wel een flesjes water, maar dat mag dan weer wel.

De eerste show die we gaan zien is de topattractie zijn de orca’s  met Shamu als hoofdrolspeler. De oorspronkelijke Shamu is  een aantal jaren geleden vrijgelaten en zwemt nu rond in de zee.

Omdat we vroeg zijn, bemachtigen we een plaats in het midden en binnen de eerste ring.  Jean en ik verwittigen Laura en Wim dat we in de SPLASH-zone zitten en dus kans lopen om wat nat te worden. We moeten onze menig over “kans” wel herzien, want we worden drijfnat! Gelukkig zijn de fototoestellen goed afgeschermd tegen het water. De watermassa die deze dieren verplaatsen als ze na een sprong op het water neerkomen is enorm, maar nog klein bier vergeleken met de hoeveelheid water die ze met hun staart over grote afstand in het plubliek gooien. De shows die  de  hele  dag worden opgevoerd zijn adembenemend mooi.

De rest van de dag bekijken we de haaien, dolfijnen, pinguïns, tropische vissen, zeeleeuwen, manta’s, walrussen, zeeschildpadden, enz. Met sommige van deze dieren in combinatie met artiesten, worden er shows opgevoerd. Om te eten, bemachtigen we een plaatsje in de zon zodat onze kleren kunnen drogen. Ik eet een stuk carrot cake. Hmm!  We besluiten om ons op te splitsen en spreken om 20u af aan de uitgang want ’s avonds wordt het altijd koud en dan kunnen we de truien uit de auto halen. Jean en ik gaan naar Cirque de la Mer, naar de dolfijnenshow en eentje met een zeeleeuw en een zeeotter: grappig!

We gaan ook langs bij de ijsbeer en de beluga’s. Omdat dit zich op de Noordpool afspeelt, kom je in een zogenaamde observatiestation. We kijken door de enorme ramen van heel dik glas naar een helemaal witte omgeving die ijs moet voorstellen. In de ruimte waar we lopen is het erg koud en zijn de wanden van ijs.

Achter die ramen zijn grote bassins met ijsberen, beluga’s en pinguins. Het wateroppervlak is op ongeveer anderhalve meter hoogte voor de toeschouwer. Het is dieper, maar waar jij staat kun je dan boven en onder het water kijken. Fantastisch.

Uren hebben we er rondgelopen en we zijn dan ook redelijk verbrand. De zon scheen en er stond een lekkere bries, bingo natuurlijk.  Maar het was geweldig en iedere cent van de gepeperde prijs waard. Van dat geld vangen ze ook dieren op, zoals zeehonden en zeevogels.

De vermoeidheid begint zich te laten voelen en wij zijn al tegen 19u30 bij de uitgang. Om wat tijd uit te sparen, besluit Jean om de kleren al uit de auto te gaan halen. Hij komt pas om 20u15 terug zonder!! Zijn uitleg: ik heb heel de parking in de buurt waar we staan 3 maal volledig doorzocht, maar geen auto gevonden. De schrik slaat op mijn lijf:”Zou den John gepikt zijn” …. paniek. Laura en Wim vertrekken onmiddellijk en zijn 10 minuten later terug met de extra kleren en een smile tot achter hun oren. We vertrekken dan maar naar de avondshow van Shamu om zeker goede plaatsen te hebben en buiten de natte zone te zitten. Omdat we dicht bij de ingang staan wachten, lukt dit heel goed. In feite is de show dezelfde van overdag, maar de sfeer is totaal anders doordat alles geaccentueerd wordt door de verlichting. Nu zien we pas goed welke massa’s water die orka’s over het publiek uitstorten en ik beklaag al diegene die nu goed nat geworden zijn. Die zullen zeker niet meer opdrogen en moeten nog een 15 minuten nat in de kilte van de avond trachten om van het prachtige vuurwerk te genieten dat boven Mission Bay wordt afgeschoten. We hebben Shamu 3 keer gaan bekijken: het is en blijft SCHITTEREND!

Rond middernacht kruipen we terug in onze bedden.

 

Dag 22 vrijdag 27 juli 2012

Dag 22  vrijdag 27 juli 2012

Monterey Ca – San Diego Ca

Rond 9u checken we uit in onze hostel na nog een ontbijt met pannenkoeken. We hebben een lange dag voor de boeg want we rijden van Monterey tot in San Diego.  De lange rit valt wel mee. Ik mag eens aan ’t stuur zitten van Jean en alles gaat vlot, maar om door Los Angelos te raken verliezen we wel 2 uur en dit om slecht 30 mijl af te leggen. Brussel valt hier bij in vergelijking in ’t niets.

In 1542  zette Juan Rodriguez  Cabrillo als  eerste voet aan wal in San Diego Bay en verklaarde het gebied tot Spaans eigendom. De eerste  nederzetting verrees op de plaats waar nu Old Town Historic Park  ligt.  Op dat tijdstip leefden in het  hele gebied ongeveer 20.000 Indianen. Meer dan 200 jaar  later werd door Junipero Serra,  een Franciscaanse monnik, op Presidio Hill de eerste missiepost  gebouwd,  de eerste  van de 21 missieposten langs de Californische kust.

Nu  is San Diego een stad met meer dan 1 miljoen  inwoners.  Toch hangt er een sfeer van een kleine stad en het leven is er niet zo gehaast als in Los Angeles. Het is wel even zoeken naar onze Hostel die midden in het Gaslamp Quarter ligt. Tussen 2 restaurants in is enkel de inkomdeur het enige zichtbare van de HostelHet is bijna 21u als we aankomen en we krijgen een kamer zonder buitenraam en met een gemeenschappelijke badkamer. Balen! Het is wel een mooi, oud gebouw met veel trappen en we slapen in 2 stapelbedden. Daarbij komt nog dat we onze valiezen 2 verdiepingen hoog mogen sleuren…

Het Gaslamp Quarter was in de19e eeuw het centrum van San Diego en werd daarna een bloeiende rosse buurt. Nadat het lang verwaarloosd is geweest, heeft men geprobeerd de wijk in haar oorspronkelijke staat te herstellen. Het gebied is maar 2 straten breed,  maar is vooral interessant door de schitterende architectuur, vele winkeltjes, restaurants en bars. In het weekend is dit de uitgangsbuurt die ’s nachts bruist van het leven, maar overdag is het een gewone gezellige straat waar je lekker kan gaan eten. Wij komen hier aan op  vrijdag en het bruist hier van het leven. Terwijl onze kamer gepoetst wordt, gaan we fondue eten in The Melting Pot. We kunnen met een half oog de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Londen volgen. We eten heel lekker en maken nog een avondwandeling door de buurt en verwonderen ons over de drukte in en voor alle bars, restaurants en dancings. Iedereen moet zijn leeftijd kunnen bewijzen, want onder de 21 kom je hier nergens binnen. Wim heeft al vaak zijn pas moeten laten zien om een pintje te kunnen drinken. Rond middernacht kruipen we in ons bed met een lawaaierige ventilator en een gevoel van claustrofobie, maar de schoonheid van de stad maakt veel goed.

Dag 21 donderdag 26 juli 2012

Dag 21   donderdag 26 juli 2012           Monterey Bay Ca

Vroeg onze wekker gezet want we willen allemaal nog een ontbijt en een pilletje tegen zeeziekte voor we om 9u inschepen voor onze whale waching toer. We zijn niet de enigen die hier vroeg uit de veren zijn en Wim en Laura genieten van hun ochtendpannenkoek. We rijden naar Ficherman’s Wharf vanwaar onze ‘Monterey Bay Whale watching tour’ begint. We zijn allemaal warm aangeduffeld en dat is ook nodig. We hebben alle 4 een plaatsje voorin de boot bemachtigd en Laura is opgetogen met het vooruitzicht. Bij het buitenvaren uit de haven zien we zeehonden en -leeuwen op de boeien en op de kusten liggen. De aalscholvers hebben de grijze rotsen wit gemaakt met hun ‘poop’ en de meeuwen en pelikanen vliegen met de boot mee de haven uit. Na 1u30 varen beginnen we te wanhopen… Plots meldt de schipper dat er een walvis zit aan onze kant van de boot en we zien in de verte inderdaad een waterspuitend puntje. We varen langzaam  dichterbij en kunnen, als we beseffen dat we nu een zoomlens hebben, mooie foto’s maken. Op de terugweg naar de haven zien we nog twee walvissen die ons op een mooi spektakel vergasten. Het lijkt wel of ze echt een dansje opvoeren en komen loodrecht op het zeeoppervlak te staan om zich dan met enorme kracht terug in de zee te boren. De foto’s moeten genomen worden terwijl de boot op volle snelheid doorvaart, want de kapitein moet zich aan een strikt schema houden. Er is wat gegrommel op de boot omdat we er zo ver afvaren, maar we hebben het toch gezien en het was weer een pareltje van de natuur  We komen nu ook de reden te weten waarom je op elke trip 99% kans hebt om walvissen te zien. In bodem van de baai bevindt zich een canyon waar de Grand Canyon wel 4 maal in kan. Omdat walvissen van diep en koud water houden en de baai zelf voor voldoen eten zorgt, is dit een ideale omgeving voor hen, dolfijnen, zeeleeuwen en zeeotters.

Terug aan wal gaan we op zoek naar de zeeleeuwen die we van op de boot met trossen zagen liggen in de zandbaaien. We rijden een stukje langs de schitterende kust, maar vinden ze niet onmiddellijk. We rijden via Lover’s Point dat een beschermd zandstrand is van waaruit je een prachtig uitzicht hebt over Monterey Bay tot aan Santa Cruz. We eindigen onze rit bij Point Pinos lighthouse: een lieflijk vuurtorentje dat gelegen is op het noordelijkste punt van het schiereiland. Het is de oudste ononderbroken werkende vuurtoren van de Westkust. Hij begon te werken op 1 februari 1855. Pacific Grove is een plezierig en rustig plaatsje, dat ooit zijn leven begon als een camping en retraiteoord voor Methodisten, in 1875. De Pacific Grove heeft prachtige, houten Victoriaanse villa’s en straten waarlangs pijnbomen staan. In Pacific Grove verzamelen zich duizenden koningsvlinders tussen oktober en maart om te overwinteren. Het wordt ook wel eens de Butterfly Parade genoemd.

Het beroemde broedgebied voor de Monarch vlinder is gelegen in het zuidelijke deel van de stad ingebed in woonwijken in gemengde eikenbossen. Deze Monarchs migreren 2000 mijl naar Pacific Grove na hun zomer in Canada. Vaak stijgende ze tot 3000 m hoog. De zwartoranje vlinders besteden veel van de herfst en winter in de lokale Monterey Pine bomen. De bewoners van Pacific Grove helpen de vlinder habitat door het planten van paarse en gele bloemen, zoals Lantara, gele aster, Pride of Madera en Mexicaanse Sage, in de zogenaamde Butterfly Gardens.

We droppen Wim en Laura op  Cannery Row. Dit was ooit the-place-to-be voor het verwerken en inblikken van sardientjes. De naam van de straat (‘rij van conservenfabrieken’) was oorspronkelijk slechts een bijnaam, maar werd in 1958 officieel gemaakt als eerbetoon aan de gelijknamige roman van John Steinbeck. De laatste sardientjesfabriek sloot in 1973. Vandaag de dag is het grootste deel van de buurt in de grijpgrage handen van horeca-uitbaters gevallen. Dankzij de vele winkeltjes, restaurants, hotels en clubs is de straat een enorme trekpleister voor toeristen.

Wij rijden via “De 17 miles drive” naar Carmel en vinden de Lone Cypress Tree en Pebble Beachde hoogtepunten van deze route. De Lone Cypress is de meest gefotografeerde boom van Californië en is naar schatting meer dan 250 jaar oud. De boom wordt inmiddels met kabels overeind gehouden en een muurtje dient als ondersteuning.

We komen langs Pebble Beach wat voor ons wel een van de mooiste stukjes kust is die we ooit zagen. Op een plaats rijden we door een golfterrein dat tot aan de zee komt. We horen geluiden die we eerst niet thuis kunnen brengen.

De zoomlens van het fototoestel brengt uitkomst: het geluid komt  van de zeeleeuwen die op de rotsen zitten.

Inclusief een aantal stops zijn we ongeveer 2 uur onderweg.

We komen uit in Carmel-by-the-Sea dat een plezierig, maar duur badplaatsje is dat lang gold als de zomerverblijfplaats van de Californische elite. Het meest bekende feit geassocieerd met dit Knokke van Californië is wellicht dat Clint Eastwood er ooit burgemeester was. Carmel heeft ook een mooie missiepost, een van de parels van de Californische keten. ’s Avonds hebben wij al gedaan met eten en zijn we onze foto’s aan het bekijken als Laura en Wim te voet thuis komen. Zij eten ook nog iets en zetten hun foto’s in orde waarna we de laatste maal in bed kruipen in onze dorm voor 12 personen.

Dag 19 dinsdag 24 juli 2012

Dag 19   dinsdag 24 juli 2012                San Francisco CA

Na het ontbijt halen we ‘Den John’ van stal en trekken we met de wagen op verkenning door San Francisco.

Het verkeer is hier heel goed te doen, maar Jean heeft veel problemen met de ‘gps-madam’ die volgens hem altijd veel te laat is. We rijden eerst naar Alamo Square wat een  klein park is, maar als je op het grasplein staat heb je hier een mooi uitzicht over  enkele van de meest beroemde bezienswaardigheden in San Francisco zoals de Golden Gate Bridge, De Oakland Bay Bridge, de Trans America Pyramid en de St.Mary Cathedral..

Ondanks de prachtige locatie komen de meeste toeristen enkel naar dit park om de ‘Painted Ladies’ (Geschilderde Dames) te bekijken, een groep Victoriaanse huizen die ook gekend staan als de ‘Six Sisters’. Het zicht van de huizen met het financiële centrum van de stad op de achtergrond is wereldberoemd. De huizen met felle kleuren zijn goed onderhouden en geven een idee van de architectuurstijl die in San Francisco overheerste tijdens de tweede helft van de 19e eeuw. Helaas zijn de meeste van dergelijke houten Victoriaanse huizen verloren gegaan door de aardbeving van 1906 en de brand die daarop volgde.

Vanaf het plein met zijn vele Victoriaanse huizen is het maar een kort ritje naar Twin Peaks. Twin Peaks zijn twee bekende heuvels in het Haight Ashbury District en vanaf de top  heb je een adembenemend uitzicht. In het Spaans heten de Twin Peaks ‘El Pecho de la Chola’, ‘de Borsten van het Indianenmeisje’.  Na Mount Davidson zijn de Twin Peaks de hoogste punten van San Francisco. De North Peak is 276 m hoog, de South Peak 277 m. We zien in de verte de Cathedral of Saint Mary of the Assumption (kathedraal van de Heilige Maria Hemelvaart) maar ze is beter gekend onder de naam St. Mary’s Cathedral. De Rooms-katholieke kerk is de moederkerk van het bisdom van San Francisco. Het gebouw met een gevel die weg heeft van grote witte zeilen werd in 1971 voltooid. Bovenop de 58 meter hoge kerk staat een enorm verguld kruis van 17 meter hoog. De architecturale stijl van het gebouw wordt omschreven als expressionistisch modern. De kathedraal vloeit uit elke hoek opwaarts langs gracieuze lijnen die bovenaan een kruis vormen. De vier hoekpilaren ondersteunen de koepel die 19 verdiepingen hoog is. De pilaren zijn 27 m diep verankerd in vast gesteente om het gebouw genoeg stabiliteit te geven. Om het gewicht van de koepel te verdelen zijn er 1680 cassettes gemaakt in 128 verschillende vormen.

Jean en ik waren hier al eens om van het uitzicht te genieten maar toen hing er een flinke mist over de stad. Nu is het echt helder en we kunnen zelfs de twee bruggen die SF binnenkomen goed zien.

Van Twin Peaks rijden we richting Golden Gate Bridge.   De brug die in 1937 gebouwd werd, verbindt San Francisco met Marin County die van elkaar gescheiden worden door een 1600 m brede zee-engte die gekend staat als de Golden Gate (Gouden Poort) en de baai van San Francisco verbindt met de Stille Oceaan.

Gedurende vier jaar werkten duizenden arbeiders aan de bouw van de brug, die in totaal 35 miljoen dollar kostte.  De brug werd op 27 mei 1937 ingewijd door 18.000 mensen die te voet de overtocht maakten; de volgende dag werd de brug officieel geopend voor het verkeer. Tegenwoordig rijden er dagelijks meer dan 120.000 auto’s over de brug.

De afmetingen van de brug tart alle verbeelding. In totaal is de brug liefst 2,7 km lang. De hoofdoverspanning tussen de twee enorme pijlers is 1400 m lang, wat Golden Gate Bridge de brug met de langste overspanning ter wereld maakte, een record dat pas in 1964 werd verbroken met de bouw van de Verrazano-Narrows Bridge in New York. De twee prachtige Art Deco torens hebben een hoogte van bijna 250 m, waarvan meer dan 20 m onder water ligt. Het wegdek met zes baanvakken ligt 67 m boven het water. Het wordt ondersteund door enorme kabels, die verankerd zijn aan honderden staven in betonnen blokken met een trekkracht van 25 miljoen kg. De twee kabels hebben een lengte van 2332 m en een diameter van 90 cm. Ze zijn gevlochten uit 27.572 staaldraden met een totale lengte van drie keer de omtrek van de aarde. De brug is bijna 3km lang en bij sterke wind kan de brug maar liefst 7 m afzwaaien. Hierdoor is de brug minder gevoelig aan externe krachten zoals wind of aardbevingen.

De Golden Gate Bridge genoot al snel wereldfaam, niet alleen omwille van  de records brekende afmetingen maar ook vanwege het Art Deco ontwerp van de twee gigantische torens en de prachtige omgeving waarin de brug zicht bevindt, tussen twee natuurgebieden aan de Stille Oceaan. Ook de opvallend oranjerode kleur zorgde voor populariteit. Ondanks het feit dat de Golden Gate Bridge de titel van hoogste en langste brug al lang heeft moeten afstaan, is het nog steeds een van de beroemdste bouwwerken ter wereld.

Vaak ligt de brug in de mist en zie je alleen de torens uitsteken, maar we hebben geluk. Aan de overkant bij het  Golden Gate National Recreation Area slaan we een weg links omhoog in en hier hebben we een mooi uitzicht op de  brug. Het  is een doodlopende weg maar we kunnen op het einde de auto goed keren. Het is al even na de middag waardoor de zon achter ons ligt en we klare foto’s kunnen maken en dat doen we dan ook…

We keren terug naar de hostel. Wim en Laura gaan bij een KFC eten en wij springen binnen bij de Mexicaan naast onze hostel om iets klein te eten. Na een korte klerenwissel gaat het richting Fisherman’s Warf waar we nog wat op souvenirs jagen en voor Wim een trui en wat T-shirts kopen.

Fisherman’s Wharf is de oude zeeliedenbuurt van San Francisco. Eind 19de eeuw vestigden de eerste Italiaanse vissers zich hier en is de visindustrie van San Francisco ontstaan. Je kijkt hier uit op het gevangeniseiland Alcatraz. Op de aanlegsteigers van Pier 39 liggen veel zeeleeuwen, die een populaire attractie vormen. Het gebied is lange tijd bekend geweest vanwege de grote variëteit aan vis en krab uit de oceaan die men hier kon kopen. De start van het krabseizoen gaat nog altijd gepaard met feestelijkheden en voor Fisherman’s Wharf vol stond met  restaurants brachten de vissers de vangst aan wal en kookten ze zelf om dan direct aan hongerige voorbijgangers te verkopen.

Nu trekken de toeristen naar Fisherman’s Wharf om van de zeevruchten te genieten. Vooral de Clam Chowder – een soort soep met zeevruchten – is erg populair.

Voor anderen is Fisherman’s Wharf  een winkelparadijs met verscheidene winkelcentra, souvenirwinkeltjes en boetiekjes. We zien een verzameling historische schepen aan Hyde Street Pier. Niet ver daarvandaan, op pier 45, ligt de USS Pampanito, een onderzeeër die nog gebruikt werd tijdens de Tweede Wereldoorlog en nu toegankelijk is voor bezoekers.

Leuk zijn ook de talrijke straatartiesten die hier hun kunstjes vertonen. Ten zuiden van deze wijk ligt North Beach, ook wel ‘Little Italy’ genoemd.

En dan zien we onze bosjesman terug … Het kan toch niet dat die kerel hier al zoveel jaren zit! Hij bindt afgesneden takken van bomen aan elkaar en doet dan de mensen schrikken tot groot jolijt van wie aan de andere kant van de straat loopt. Rond 19u zijn we moe gelopen en gaan we terug iets eten bij onze Italiaan van gisteren. We sluiten de avond af met een ijsje van bij Cold Stone en keren met de wagen terug naar onze hostel. Nog wat valiezen reorganiseren terwijl Wim en Laura een filmpje kijken op de tablet en dan ik nog wat aan mijn reisverslag schrijven.

San Francisco is voor ons de mooiste stad die we in Amerika bezocht  hebben. Het  liedje  “I lost  my  heart  in San Francisco” slaat zeer zeker op ons. De  stad  straalt een overweldigende warmte en gastvrijheid uit. Als ik ooit uit België verdwijn, kom mij hier dan maar zoeken.

Dag 20 woensdag 25 juli 2012

Dag 20  woensdag 25 juli 2012     San Francisco Ca – Monterey Ca

 

Na een ontbijt van toast met confituur maken we de koelkast leeg en verlaten San Francisco richting Monterey.

We maken een kleine omweg naar Capitola, een intiem stranddorp dat verscholen ligt in de vallei van een rivier in Santa Cruz County aan de Monterey Bay. Het ligt op 1u rijden van San Jose en 1u30 van San Francisco.
De Capitola Wharf ligt langs de rivier en doet denken aan een dorp aan de Middellandse Zee. Capitola Village ligt aan

een breed strand met een adembenemend uitzicht over Monterey Bay en is de thuisbasis van een groot aantal

ambachtelijke galeries, boetieks en restaurants.  De gekleurde huisjes aan de monding van de rivier zijn onvergetelijk mooi. We blijven hier maar heel even want we willen niet te laat in Monterey aankomen om onze boottocht van de volgende dag te reserveren. We rijden eerst langs onze hostel en vragen bij wie we onze whale waching het beste boeken en rijden dan richting Fisherman’s Wharf.

Het schiereiland van Monterey kent vier stadjes, van noord naar zuid: Monterey, Pacific Grove, Asilomar en Carmel.

Monterey is de oude hoofdstad van Californië, onder de Spanjaarden en Mexicanen. Na de Goldrush, de Amerikaanse overname en de verschuiving van het zwaartepunt van de staat werd het stadje min of meer vergeten. Toch heeft het

nog aardige historische gebouwen, vooral in het centrum, niet ver van het toeristische waterfront

De stad Monterey is maar een klein vlekje op de landkaart maar daarvoor ligt Monterey Bay met zijn prachtige variëteit aan zeeleven. Wat zo speciaal is aan deze baai, is dat zeeleven dat normaal in het aller-diepste van de oceaan te vinden is er nu tot op een paar honderd meter van de kust komt.  De Monterey Bay vormt de voedingsbodem voor een uitzonderlijke aanwas van schaal -en schelpdieren die op hun beurt weer zeeotters en veel vogels aantrekken.

In de Tweede Wereldoorlog werd Monterey de ‘Sardinehoofdstad’ van het westelijk halfrond genoemd. Er werd zo’n 200.000 ton vis verwerkt. Door overbevissing zijn de ooit zo talrijke sardines uit de baai verdwenen.

Het hart van Monterey is Fisherman’s Wharf, dat alleen door visser wordt gebruik om toeristen mee te pikken. Op de Wharf zijn er restaurants, winkels en er zwemmen vele zeeleeuwen die luid roepen om vis. Die vis kan men ook op de markten als voedsel voor de zeeleeuwen kopen.

Tegenover het Fisherman’s Wharf ligt het douanehuis Custom House dat in 1814 door de Mexicaanse regering werd gebouwd. In1846 werd hier de Amerikaanse vlag gehesen. Het was nu duidelijk dat Californië een deel van de Verenigde Staten geworden was.

We bemachtigen nog 4 plaatsjes bij ‘Princess’ voor de volgende morgen om 9u en pas nu is Laura gerust.

We stappen bij Isabella’s binnen op het einde van de pier en Wim eet zijn eerste kreeft. We hebben een prachtig zicht op een vissersboot die binnenkomt en zijn vracht begint schoon te maken. Een lust voor de pelikanen, meeuwen en zeeleeuwen die hier onder en op de pier rondhangen. De fototoestellen werken op volle toeren. Rond 18u checken we in in onze hostel en komen tot onze verrassing terecht in een slaapzaal van 16 man. Dit was niet wat in gedachten hadden, maar het was ook de enige boeking waar we onze twijfels over hadden. We rijden naar een Wal Mart en kopen wat avondeten. Jean en ik eten spek met eitjes en Laura en Wim eten noedels. Nog wat lezen en onze foto’s via de tablet op onze memory sticks zetten en we kruipen heel stilletjes in ons bed. Met 16 mensen slapen valt beter mee dan ik verwacht had. We zijn zeker moe?

Dag 18 maandag 23 juli 2012

Dag 18  maandag 23 juli 2012             San Fransisco CA

 

Vandaag is hat al early rise and shine voor ons,  want er  staat de wandeling die we een aantal jaren geleden deden met de Trinid Singers op het programma. Deze tekst komt dan ook grotendeels uit het reisboekje van toen.

We beginnen op Union Square, een soort vergrootglas voor de dagelijkse handel en wandel van San Francisco. De blik die over het met palmen en standbeelden bekroonde plein zweeft, vestigt zich  op het machtige bouwwerkvan het altijd met vlaggen versierde, door taxi’s omringde San Francisco Hotel, achter wiens muren een groot deel van de stadsgeschiedenis is geschreven. Naast de élégance van de etalages valt in de noordoostelijke hoek van het plein de glazen ingang op van het warenhuis Neiman Marcus, dat er wil uitzien als een Parijs warenhuis. Wij gaan er eens binnen een kijkje nemen; poepchick en onbetaalbaar.

Verder gaat het, door Maiden Lane, de holle steeg die kan beogen op de door Frank Lloyd Wright gebouwde Circle Gallery en op een reeks leuke winkels. Om de hoek, op Grant Avenue: galerieën, Zwitserse chocolade, poppen in historische klederdracht en‘’Franciscan Croissants’, die je buiten al ruikt. Winkelende en flanerende mensen vormen ook het publiek van de Crocker Galleria aan het einde van Post Street, een driehoekige glazen passage van acceptabele proporties met chique winkels en restaurants. Ernaast, de met bovenleidingen behangen Market Street, die van de aanlegsteiger (Ferry Building) kaarsrecht naar de Twin Peaks leidt en het hele netwerk van straten van Downtown onder een hoek van 45° kruist.

In Montgomery Street slaan we links af, in de richting van de kantoorreuzen van het Financial Center. Montgomery Street is de belangrijkste financiële navelstreng van de westkust. De acrobatische fietskoeriers zijn niet meer weg te denken uit de financiële wijk.

Tegenover de zijingang van de Crocker Galleria ligt het eerbiedwaardige Hallidie Building in 1917 gebouwd door Willis Polk. Als een harp staat de groene façade voor het gebouw, een indrukwekkend filigraanwerk van smeedijzeren balken, geledingen en brandtrappen. Enkele passen verder staat rechts het Mills Building, een mooie herinnering aan de architectenschool van Chicago aan het einde van de vorige eeuw. Veel eigentijdser is het iets verderop links gelegen hoofdkantoor van de Bank of America, voor de ingang bevindt zich een massief kunstwerk, het Hart van de Bankier’. We konden het een paar jaar geleden niet vinden en nu terug kunnen we dat hart niet vinden…

Voorbij het kruispunt met California Street ligt rechts het Wells Fargo History Museum, waar je je door middel van allerlei aanschouwelijke materialen kunt laten terugzetten in de tijd van de postkoetsen.

Het einde van de korte leerweg door de architectonische verworvenheden van de financiële wereld wordt gevormd door de Transamerica Pyramid, aanvankelijk omstreden, maar allang alom geaccepteerd. De piramide is bovendien de enige wolkenkrabber ter wereld waarnaast nog een bos ligt : een dennenbosje met fonteinen en zitbanken. De vleugels die aan twee zijden uitsteken beginnen op de 29ste verdieping. In de oostelijke vleugel zitten de liftschachten en in de westvleugel heb je het trappenhuis en de ventilatiekokers. De vleugels waren nodig omdat liften niet schuin omhoog kunnen.

De vorm van het gebouw is gekozen om lichtinval op straat zo min mogelijk te hinderen. Doordat het gebouw naar boven toe steeds smaller wordt heeft het een veel smallere schaduw dan gewone rechthoekige gebouwen.

Via Washington Street komen we in Chinatown.  Na de wereld van de Anglos ineens alleen nog Chinezen! Het is in San Francisco of China om de hoek ligt.  Portsmouth Square is al sinds de Spaanse koloniale tijd een centrum. Op het laagste niveau van het plein zitten moeders die op hun kinderen passen, terwijl op het hogere de oude mannen hun hartstocht voor schaken, kaarten en mah-jong uitleven. Langs de pagodebouw van de Bank of Canton voert Washington Street verder naar de levensader van Chinatown: Grant Avenue. Deze buurt is in handen van de souvenirindustrie van Taiwan en Hongkong: goedkope, maar soms ook curieuze rommel. Opvallend is het probleemloze samengaan van Chinees en Engels in woord en geschrift. Hier laten we de wandelweg kopiëren en verlaat de jeugd ons, want we stappen al wat trager en wij kijken naar andere zaken. Jean heeft deze nacht op een erwt geslapen, zoals de prinses,…. en nu heeft hij last van zijn rug. Nu krijg ik volop de kans om alle kruiden en rare spullen te fotograferen. We kopen ons een beetje kersen en wel een halve kg witte noten.

Waverly Place is een bonte prentenboek-straat met mooie, sierlijke en beschilderde balkons gelede gevels van eertijds machtige familieresidenties. De Tien Hou Temple, gewijd aan een taoïstische godin van de hemel en de zeven zeeën, kun je zien als een soort bovenaardse (en dus gratis) reisverzekering: men zegt dat ze alle toeristen beschermt

Stockton Street heeft zich al lang geleden ontwikkeld tot de authentieke tegenpool van Grant Avenue – met overdadige groentewinkels, bestelwagens, kruidenwinkels, bungelende kippen en gelakte ganzen.

In Pacific Avenue staat een rij woningwetwoningen uit de jaren vijftig en zestig – nog altijd in trek, want ze zijn goedkoop en liggen midden in de vertrouwde buurt. In Chinatown heerst niet slechts woningnood, maar is de bevolking bovendien vergrijsd: meer dan een kwart is ouder dan 60. Te lage lonen en te lange werktijden belasten de maatschappelijke verhoudingen. De wijk is nog altijd de dichtst bevolkte van San Francisco, waar de mensen in minimale ruimten leven en werken op achterplaatsen en in smalle stegen, in miniwerkplaatsen, naaiateliers, noedelfabrieken en bakkerijen. Wie het zich kan veroorloven, verhuist naar één van de voorsteden. Maar nog altijd is de wijk het station van aankomst voor de meeste nieuwelingen uit het Pacific gebied.

Slechts één blok verderop wacht weer een ander stuk San Francisco. Niet als stadswijk, maar als middel van vervoer: de alom bekende Cable Car. De rit naar het water met het ratelende voertuig biedt wisselende vistas en perspectieven op de stad. We moeten wel 5 cars laten rijden voor we er eentje hebben waar we bij op kunnen. Het ritje kost ons wel elk 6 dollars, maar we moeten onze voeten wat sparen want we zijn nog niet thuis! We stappen af op het eindpunt waar de kabelkar nog met de hand gedraaid wordt. Terwijl Jean bij Starbucks een plasje doet, duik ik een ‘Ross, dress for less’ winkel binnen. Een half uur later ben ik 3 kleedjes rijker voor een peulschil. De naam van deze winkel ga ik onthouden en Jean zal het geweten hebben!!!

Beneden bij de pier is het een drukte van belang. Begrijpelijk, want de voormalige fabrieken Ghirardelli Square en Cannery mogen worden gezien: veel zaken en kleinkunstenaars die het publiek het hele jaar door in een goede stemming houden.

Het hoogtepunt van de toeristenkermis vormt Fisherman’s Wharf, het eldorado van sneltekenaars, T-shirt-winkeltjes, wassenbeeldenmusea, flipperhallen en massale voedselvoorziening. Vroeger lag hier Italy Harbour, een vissershaven die totaal in Italiaanse handen was. De oude, boccia-spelende Italianen bij het Maritime Museum (het bouwwerk in de vorm van een oceaanstomer bij Aquatic Park) redden bijna als enigen het levendige verleden van de haven. Stap voor stap is het veranderd van arbeidsplaats in aftrekplaatsen voor havenromantiek en zeeavonturen. Uitzondering: de zeeleeuwen, die opdringerige, luidruchtige knapen die rondom de kotters en de paalwoningen tuimelen aan de linkerkant van pier 39.

We eten hier een lekkere visschotel met krab en daarna een ijsje van bij Cold Stone dat we nog kenden van ons vorige bezoek aan San Francisco. We kuieren nog wat door de winkeltjes en kopen nog een paar T-shirts voor Koen en Jan.

Langs het Embarcadero voert de weg langzaam weer richting stad. Aan de min of meer uitgerangeerde opslagplaatsen aan het water is te zien, dat San Francisco nog slechts het imago van een havenstad koestert, maar niet meer de werkelijkheid ervan. Terwijl aan het waterfrond fotogenieke bootjes dobberen, worden de werkelijke omzetten allang gemaakt in het naburige Oakland, waarvan de containerhaven San Francisco allang heeft verdrongen.

In de baai zien we Alcatraz. Dit is nog iets wat de veranderende tijden verraadt, ook al is het niet zo goed meer te zien. Hier stond jarenlang het betonnen geraamte van een freeway  die de Bay en de Golden Gate Bridge met elkaar moest verbinden. Een burgerinitiatief maakte echter een einde aan de werkzaamheden.

Ter hoogte van Levi’s Plaza, beginnen we de beklimming van de Filbert Steps. Een paar minuten lang heb je niet het idee dat je in San Francisco bent – zo wild begroeid zijn de trappen met de slaperige katten, de leuke houten huisjes en de hangende tuinen. Aan het einde bereiken we de Coit Tower. De toren zelf beklimmen we niet omdat de Amerikanen hier weer met hun handje open staan om 7 dollar te vragen en onze tong toch al tot op onze tenen hangt. We hebben hier wel een uniek uitzicht: over de stad, de baai, de bruggen. Zichtbaar wordt echter ook het grid system, het regelmatige straten patroon dat de natuurlijke topografie van de stad als het ware begraaft. De hellingen van Telegraph Hill zijn ook nu nog een felbegeerde woonomgeving, vanwege de rust en de prachtige bay views, althans als het weer meezit. Daarover wordt in San Francisco veel meer gepraat dan elders in Californië. En met reden, want de atmosfeer hier vertoont inderdaad nogal wat atmosferische storingen. Wanneer de ene stadswijk zich nog verbergt achter een dicht mistgordijn, kan enkele blokken verder de zon alweer schijnen, terwijl men om de hoek zijn paraplu opsteekt.

Van hier leidt een opeenvolging van steile straten ons naar Washington Square, het groen plein van North Beach. Hier en elders in North Beach bemerkt men de uitermate Europese stadscultuur van San Francisco. Italianen en Chinezen, senior-beatniks en yuppies geven vierentwintig uur per dag acte de présence.

Ondanks moderne zakelijkheid, dreigend stijgende huren en nuchtere Vietnamese wasserijen hangt er nog een zweem van ouderwets bohémiensleven in de cafés, bars en boekhandels. Mama’s’,‘Caffe Roma’, Vesuvio’  – nergens in de VS zie je zoveel mensen lezen, praten, tekenen of zich overgeven aan muziek – of het nu Rock, Jazz of Puccini is.

Maar op de hoek van Columbus Avenue en Broadway is het ineens afgelopen met de zoete romantiek. Daar is het een en al peep en punk. De traditie van de eertijds beruchte barbary coast, het ruige havenmilieu in de tijd dat het water van de baai tot hier reikte en in de baai honderden schepen voor anker lagen, wordt voortgezet. De verlaten schepen werden veranderd in opslagplaatsen of onderkomens of ze werden gewoon tot zinken gebracht om bouwplaatsen aan het water te creëren. Op die manier ontstond in nauwelijks honderd jaar een nieuw stuk San Francisco, een drilpudding van scheepskerkhof en spookschepen. Dat verklaart ook de naam North Beach.

Wij zijn aan ’t einde van ons Latijn en Jean werpt zich als een galante ridder in het verkeer om een yellow cab tegen te houden die ons in een hels tempo voor een schamele 5 dollar terug naar Union Square brengt. Doodmoe haasten we ons nog een winkel binnen om net voor 20u nog een brood te vinden en dan trekken we naar onze hostel. Wim en Laura zijn al op de kamer. Nog wat eten, douchen en dan in ons bed om onze vermoeide lijven wat rust te gunnen. Het was een wondermooie dag met veel herbeleefde herinneringen en nieuwe ervaringen in het besef dat we toch wel ouder geworden zijn en we stilaan aan uithoudingsvermogen moeten inboeten.

Dag 17 zondag 22 juli 2012

Dag 17  zondag 22 juli 2012      Midpines CA – San Fransisco CA

Rond 10u vertrekken we uit Yosemite Bug in Midpines richting San Francisco. We draaien onze rug naar de natuur en gaan nu richting grootstad: San Francisco. In tegenstelling tot de rest van de reis zien we hier veel groene velden langs de weg. Het landschap onderweg is glooiend bedekt met iets wat op helmgras lijkt en stilaan wordt het land vruchtbaarder en zien fruitbomen, sinaasappels, wijndruiven en alle mogelijke groenten.  We zien veel nieuwe wagens en we zien eigenlijk geen wrakken rijden. De Amerikaanse vrachtwagens blijven prachtig om te zien..

We komen in een gebied waar veel aan tuinbouw en fruitteelt gedaan wordt en we zien de beroemde Californische wijngaarden met rozenplanten ervoor. We rijden San Francisco binnen via de San Francisco-Oakland-Bay-Bridge.

We betalen 5 dollar tol en het is heel gaaf om zo de stad binnen te rijden.

Deze brug over een smal stuk van de San Francisco Bay is een dubbeldekker. De stroom auto’s vanuit Oakland en de stroom auto’s uit San Francisco rijden op verschillende niveaus. De brug is langer en technisch moderner dan de Golden Gate brug, maar toch blijft deze de trekpleister van San Francisco. We  moeten tol betalen om de stad binnen te geraken. Na wat zoeken, vinden we onze jeugdherberg die pal in ’t midden van de stad, aan Union Square ligt. John gaat de parking in voor 2 nachten. We installeren ons en trekken daarna in twee groepjes op verkenning. Jean en ik trekken naar Union Square, fotograferen de hartjes, gaan naar de bovenste verdieping van Macy’s om van het uitzicht te genieten en kopen bij Old Navy voor Jean een korte broek en een paar T-shirts. We eten in de hostel een boterhammetje en kruipen voldaan in ons bed.

Dag 16 zaterdag 21 juli 2012

Dag 16   zaterdag 21 juli 2012      Midpines CA

’s Morgens in de Yosemite Bug een ontbijt met pannenkoeken en vers fruit in openlucht en daarna vertrekken we richting NP.  We krijgen een omleiding omdat een stuk van de rotswand de baan bedolven heeft onder de brokstukken. Bij de ingang van Yosemite National Park krijgen we een aantal foldertjes, waaronder ook een A-4’tje met een waarschuwing voor bruine beren.  We stoppen even bij een informatiepunt en we lezen: ‘Bergleeuwen leven hier. Als

je een leeuw tegenkomt, ren of buk niet. Schreeuw, zwaai en gooi stenen. Aanvallen zijn zeldzaam, maar als het gebeurt, vecht terug.’ Bij deze besluit ik, dat als het gebeurt, ik zal roepen en Jean MAG vechten!

Het is hier enorm druk en het lijkt wel de Carrefour op een zaterdagnamiddag en komt erbij dat John om benzine verlegen zit. Jean wou voor de ingang van het park ‘Onze John’ nog eens volsmijten, maar die benzinepomp was dicht dus nu …  We rijden tot aan het Visitor Center en vragen wat uitleg. Door de droogte van de afgelopen weken is een aantal watervallen in het park bijna droog komen te liggen. Men raadt ons aan om een route van twee kilometer te volgen naar de Bridalveil fall, een waterval die nog stroomt, maar wel wat minder dan normaal. Na wat wij in Yellowstone zagen, is dit een grote teleurstelling. Een foto van de ‘waterdrupper i.p.v. val’ en dan 10 foto’s van de eekhoorntjes. We horen nog iets grappigs van een Amerikaan: het Nederlandse woord voor squirrel is eekhoorn. het woord eekhoorn is in het Engels acorn en betekent eikel (van een boom). The squirrel eet dus een eekhoorn. HAHA!

We wandelen terug naar het Visitor Center en trachten aan benzine te geraken, maar we worden verwezen naar een punt 16 mijlen verder waar we kunnen tanken.

In Yosemite is de natuur overweldigend mooi  en vrijwel onaangetast. Nergens op de wereld vind je in zo’n klein gebied zo veel grote watervallen. Er moet dan natuurlijk wel water zijn …….

Yosemite Valley  ligt in  het Sierra Nevadagebergte  en is ontstaan door gletsjers die in de ijstijd de vallei hebben uitgesleten. De 13 km lange vallei is bij de 4 miljoen toeristen die Yosemite jaarlijks bezoeken de hoofd attractie. Juli en augustus zijn de drukste maanden en wij zijn hier dan ook net in een weekend!. Beter plannen volgende keer.

Wij rijden door de vallei en stoppen bij El Capitan, een 1200 m hoge rotswand, een uitdaging voor elke ervaren bergklimmer. We moeten toch eens langs deze gigantische rotswand omhoog kijken! Beklimmen? Nooit !!!

In de vallei zien we veel kleine dieren; eekhoorns, herten, verschillende vogels waaronder de Stellers Jay, een  blauwe  vogel met een zwarte kuif op de kop. We zien ze allemaal behalve …. de beren. Al 4 keren waren Jean en ik in de VS en nog nooit zagen we beren. Nu hebben we de moed al bijna opgegeven, maar Laura en ik blijven hopen.
We rijden (na het tanken) naar Glacier point, maar we stoppen eerst bij Tunnel view en hier hebben we een prachtig uitzicht op de vallei en …. de vele Japanners ! Na een hele klim langs banen die juist naast de afgrond lopen en geen vangrails hebben, komen we op ons uitzichtpunt toe. We krijgen hier ook een mooi zicht op Half Dome. Om die te  beklimmen, moet je wel enige klimervaring hebben, de tocht gaat langs staalkabels naar de 330 meter hoger gelegen top. Van hier kunnen we ook de twee watervallen (watervalletjes) aan de Mist Trail zien.

We rijden naar de zuiduitgang waar we de afslag naar Mariposa Grove willen nemen. We zijn er net nog mee aan ’t grappen dat de beren verdwijnen als ik in de buurt kom als we plots iets bruin aan de linkerkant tussen de bomen zien: “Remmen …. een bruine beer”. De fotocamera’s willen plots niet meer luisteren en Wim is moedig genoeg om wat dichterbij te gaan. Het is nog een jonge beer, maar hij ziet er toch al groot genoeg uit. Een voorbijrijdende chauffeur verwittigt ons dat de rangers ons een bekeuring zullen geven als we niet maken dat we wegkomen want je mag in het park enkel stoppen op de daarvoor ingerichte plaatsen. Bruintje nog even nakijken en we kunnen ons geluk niet op: we hebben er eentje gezien!!! MOOI! Die verdomde camera !?!?!  Ga dan een cursus volgen en op zo’n ogenblik lijk je alles wel vergeten te zijn. Afwachten wat het wordt.

Het is de bedoeling in Mariposa nog wat rond te lopen, maar de zonsondergang heeft ons weer overvallen. Het is hier veel vroeger donker dan bij ons thuis. We stoppen bij een Chinees en komen pas tegen 23u terug aan om ons bed te kruipen in Yosemite Bug Mountain Resort.

We hebben weer ontzettend veel moois gezien en mijn reis kan niet meer stuk: IK ZAG EEN BEER IN ‘T WILD.

Dag 15 vrijdag 20 juli 2012

Dag 15   vrijdag 20 juli 2012      Bakersfield CA – Midpines CA

California Best Inn in Bakersfield heeft nog een verrassing voor ons in petto: een ontbijt waarbij we de confituurpot moeten leeg schrapen en ik van armoede mijn eigen brood er wil bijhalen om toch nog wat toast te krijgen. Niet geklaagd: we vertrekken richting Sequoia National Park maar komen door een foutje van de gps in Sequoia National Forrest uit, zo’n 200 miles uit de richting. Niet geklaagd want het is hier wondermooi en we zien genoeg reuzebomen voor de rest van ons leven voor we rond 16u dan toch in Sequoia NP belanden.

We focussen ons op de superreuzen en voelen ons heel klein worden. De sequoia’s staan verspreid door het hele bos, dus tussen andere soorten bomen. De sequoia’s vallen niet alleen door hun dikte en grootte op, maar ook hebben ze een rode bast.

De bekendste boom in Giant Forest is de General Sherman’s Tree. Deze boom is 84 meter hoog en aan de voet heeft de stam een omvang van 11 meter. De boom groeit nog steeds 1 cm per jaar. Het is erg indrukwekkend hoe groot zo’n boom is en je kan je er pas iets bij voorstellen als je er zelf onder of bij staat… Toen we hier in 2007 waren met de Trinid Singers konden we tot bij de boom zelf komen, maar nu staat er een hek rond. Er zijn echter nog vele andere bomen en die zijn niet omheind waardoor we ze eens kunnen aanraken. We nemen de laatste shuttle terug naar onze wagen en vandaar trekken we naar Midpines. De weg naar beneden is een weg met enorm veel haarspeldbochten en tijdens de eerste 16 mijl daal je maar liefst 1500 meter. Om 9u30 komen we aan in Yosemite Bug Mountain Resort waar we nog net voor het sluiten van het restaurant iets kunnen eten. We hebben een hele mooie kamer in een huisje op palen dat half in de berghelling hangt. We slapen hier heel goed, want het is hier muisstil en koel.